donderdag 30 september 2010

Agressieve jongens hebben liever sociale vrienden

29 september 2010

Agressieve jongens hebben het liefst sociale en niet-agressieve vrienden, net als andere jongens. Maar bij sociale jongens vinden ze vaak geen aansluiting. Dat blijkt uit onderzoek van socioloog Jelle Sijtsema. Hij promoveert op 7 oktober aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Probleemjongens zoeken elkaar dus niet op om samen rotzooi te trappen, zoals veel wordt gedacht, maar ze raken met elkaar opgescheept. Training in sociale vaardigheden kan ze een duwtje in de goede richting geven.

Sijtsema analyseerde voor zijn onderzoek vriendschapsnetwerken in Nederlandse schoolklassen, gebaseerd op vragenlijsten over het sociale leven van jongeren. Hij haalde zijn gegevens uit de langlopende TRAILS-studie onder middelbare scholieren.

Meer informatie: Bericht Rijksuniversiteit Groningen

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

donderdag 23 september 2010

Mesman: Werk leerachterstand ook thuis weg

22 september 2010

Nederland moet meer moeite doen om ouders te betrekken bij het wegwerken van leerachterstanden. Dat betoogt Judi Mesman in haar oratie op 24 september. Mesman is hoogleraar Onderwijs en opvoeding in de multiculturele samenleving aan de Universiteit Leiden.

Hoger opgeleide ouders dragen bij aan het schoolsucces van hun kinderen door hen cognitief te stimuleren. Een goed voorbeeld voor ouders uit kwetsbare groepen, vindt Mesman. Daarom moeten niet alleen de kinderen extra ondersteuning krijgen op school, maar moeten ook de ouders thuis ondersteuning krijgen bij het stimuleren van hun kinderen.

In Nederland is de effectiviteit van veel stimuleringsprogramma's volgens Mesman nog niet goed onderzocht. Van de meeste programma's is niet duidelijk of ze werkelijk bijdragen aan de onderwijskansen van jonge kinderen uit kwetsbare groepen. Mesman betoogt dat er meer aandacht moet komen voor wetenschappelijke toetsing van programma's voorafgaand aan implementatie.

Meer informatie: NJi - Erkende interventies onderwijsachterstanden

Bron: Universiteit Leiden

donderdag 16 september 2010

Internet maakt van jongere geen actieve burger

15 september 2010

Internet speelt maar een beperkte rol in het stimuleren van actief burgerschap bij jongeren. Dat blijkt uit onderzoek van Fadi Hirzalla, die op 21 september promoveert aan de Universiteit van Amsterdam. Wanneer organisaties politieke en maatschappelijke activiteiten en betrokkenheid willen stimuleren, zoals stemmen, kranten lezen, meedoen aan demonstraties en de buren helpen, doen ze dat vaak met 'kale' websites. Die vertellen meestal weinig over het belang van onderwerpen, omdat webproducenten hun websites meestal kort en krachtig willen maken. Ook hebben webproducenten dikwijls onterecht het idee dat jongeren reeds bereid zijn om actief en betrokken te zijn.

Daarnaast is maatschappelijk of politiek internetgebruik volgens Hirzalla gerelateerd aan offline burgerschap. Een jongere die offline actief is, zal vaak ook online actief zijn. Hirzalla gaat in zijn onderzoek ook in op websites als Stemwijzer.nl en Kieskompas.nl, die wel door een brede groep jongeren worden bezocht.

Bron: Universiteit van Amsterdam

maandag 6 september 2010

Vaak motorische problemen bij kind met ADHD

27 augustus 2010

Een derde van de kinderen met ADHD heeft ook motorische problemen, blijkt uit promotieonderzoek van kinderarts Ellen Fliers. Op 21 september promoveert ze aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Bij het stellen van de diagnose ADHD moet daarom ook expliciet gelet worden op het motorisch functioneren van het kind, vindt Fliers. Het consultatiebureau kan een rol spelen bij de vroege diagnostiek van deze ontwikkelingsproblemen.

Dikwijls gaan slechtere motorische vaardigheden gepaard met een negatief zelfbeeld, meer angst, slecht sociaal functioneren en bij adolescenten met meer risico op overgewicht. Kinderen met deze dubbele problematiek zijn gebaat bij training van hun motorische vaardigheden. En hoe eerder die oefentherapie start, hoe beter, aldus Fliers.

Van de kinderen zonder ADHD heeft slechts 7 procent motorische problemen.

Bron: UMC St Radboud Nijmegen