donderdag 29 oktober 2009

Mediaopvoeding verkend in digitaal dossier

28 oktober 2009

Het Nederlands Jeugdinstituut heeft op zijn website een dossier gepubliceerd over mediaopvoeding. Mediaopvoeding is erop gericht de jeugd te leren media op een zelfstandige en verantwoorde manier te gebruiken. Het dossier belicht de invloed van bijvoorbeeld televisie, games en internet op de ontwikkeling van de jeugd en besteedt aandacht aan de begeleidende rol van ouders en beroepsopvoeders. Het beschrijft hulpmiddelen en initiatieven die opvoeders ondersteunen in de begeleiding, zoals internetfilters, voorlichtingspakketten en een training tot mediacoach.

Meer informatie: Dossier Mediaopvoeding
Bron: Nederlands Jeugdinstituut

vrijdag 9 oktober 2009

Foute vrienden

Tekst: Roosmarijn Pel
J/M Pubers november 2005

Blowen, spijbelen, te laat thuiskomen: allemaal dankzij de invloed van een verkeerd vriendje. En als de ene van het podium is verdwenen, staat de volgende alweer voor de deur. Sommige pubers presteren het keer op keer de verkeerde vrienden uit te zoeken. Waarom die hang naar foute vrienden en hoe komen ze ervan af?

‘In een periode dat Sterre veel met Willemijn omgaat, verliest ze zichzelf. Ze gedraagt zich anders, spijbelt meer, blowt veel en komt altijd te laat thuis. Natuurlijk doet ze dat soort dingen in de omgang met andere vriendinnetjes ook, maar niet in zo’n extreme mate. ’
Aan het woord is Inge, moeder van Sterre (14). Sinds twee jaar is haar dochter bevriend met Willemijn (16), tegen wie ze volgens haar moeder totaal niet is opgewassen. ‘Ik kan me voorstellen dat je als veertienjarige opkijkt naar iemand die twee jaar ouder is. En natuurlijk kopieer je als puber het gedrag van vrienden die je stoer vindt, maar het moet niet zo erg worden dat je compleet verandert. Sterre wil niet meer sporten, communiceert precies zoals haar vriendin en verzet zich permanent tegen alles. Dat kan allemaal normaal pubergedrag zijn, maar als ze even niet met die meid omgaat, is ze direct aardiger en redelijker en dat is frustrerend om te zien.’

Angst
Gefrustreerd en machteloos. Zo zullen veel ouders zich voelen, als hun kind door verkeerde vrienden wordt beïnvloed. Soms kunnen ouders niet eens duiden waarom ze een vriend of vriendin als fout bestempelen, maar is het alleen een gevoel. Ze hebben het gevoel geen zicht en grip te hebben op de vriendschap. En de angst dat het écht misgaat. Want ook al blijven het de gewone puberzaken waaraan een kind zich bezondigt, maar dan in extreme mate, de angst dat je kind afglijdt, is altijd aanwezig. Als ouders bij voorbaat zouden weten dat het allemaal overgaat, dan zouden de foute vriendjes helemaal geen issue vormen. Maar helaas weet niemand dat ooit zeker. Want wat vreet een kind precies uit als het spijbelt? En wie zegt dat het alleen bij blowen blijft en het niet binnen een maand alle pillen en poeders dagelijks door mond en neus laat gaan?
De kans dat het echt misgaat, is gelukkig heel klein. Maar voorkomen dat kinderen de verkeerde kant opgaan, kan niemand. Toch hebben ouders meer invloed dan ze denken. Want al lijkt het soms anders, pubers luisteren absoluut niet alleen naar hun vrienden. Uit Amerikaans onderzoek onder elfduizend jongeren geven zij aan dat hun ouders een grote invloed hebben op de keuze van de opleiding én op de keuze van vrienden.

Provoceren
Hoe komt het dan toch dat sommige kinderen de voorkeur geven aan verkeerde vrienden?
In het geval van Sterre is het waarschijnlijk dat ze Willemijn als vriendinnetje heeft gekozen, omdat ze tegen haar opkijkt. Maar waarom voelt ze zich zo aangetrokken tot een ouder iemand? De vriendschap is immers ongelijkwaardig. Bovendien is het vreemd dat iemand van 16 het interessant vindt om zo intensief met een veertienjarige om te gaan.
Nelleke Polderman is directeur van Basic Trust, een landelijke organisatie van specialisten in opvoeding, hechting en adoptie. Zij noemt het opzoeken van foute vrienden een symptoom en geeft daarvoor twee oorzaken. Ten eerste hebben kinderen die foute vrienden opzoeken volgens haar te weinig basisvertrouwen. Ze zijn onzeker en hebben een laag zelfbeeld. Om het beeld wat op te krikken en meer status te krijgen, zoeken ze een stoere vriend of vriendin. Ten tweede noemt zij de behoefte aan identificatie. ‘Alle pubers zijn zoekende naar wie en wat ze willen zijn. Als ze iemand ontmoeten die bijvoorbeeld succesvol is bij de meiden of continu gecomplimenteerd wordt om zijn of haar kledingkeuze, dan is het prettig om je aan zo’n persoon te spiegelen. Complimenten geven immers zekerheid.’
Naast een tekort aan basisvertrouwen en de zoek naar identiteit is het volgens Polderman ook vaak een provocatie naar de ouders. ‘Jongeren willen zich losmaken en juist dingen doen waar hun ouders niet achter staan. Ze gaan op zoek naar spanning en kunnen zo de verkeerde vrienden treffen. Maar dat is niet voor iedere puber een probleem, als een kind voldoende stevigheid heeft, kan het makkelijker zichzelf blijven.’

Macht en status
Volgens Polderman past het voorbeeld van Sterre en Willemijn precies in het plaatje. ‘Door gebrek aan basisvertrouwen blijft Sterre niet bij haar eigen wensen en heeft ze behoefte aan meer status. Die krijgt ze door met een ouder meisje om te gaan. Andersom denk ik dat de vriendschap Willemijn een gevoel van macht geeft. Dat ze dat nodig heeft, komt waarschijnlijk ook voort uit onzekerheid.’

Karien is moeder van Iris (16). Iris is continu op zoek naar spanning en treft daardoor de verkeerde vrienden. ‘Ze spijbelde, pleegde diefstalletjes en kwam te laat thuis. Het was vervelend, maar ik had in eerste instantie niet door hoe ernstig het was en wilde ook niet steeds de zeurende ouder uithangen. Je weet dat dat soort gedrag erbij hoort in de puberteit. Anderhalf jaar geleden escaleerde de boel nadat haar vrienden bij ons en bij haar oppasadres een laptop hadden gestolen zonder haar medeweten. Iris vond dit ook vreselijk. Ze stapte naar het maatschappelijk werk en daar werd duidelijk dat ze een hang naar spanning heeft. Ook is geprobeerd helder te krijgen wat Iris zo interessant vindt aan die vrienden, zodat er de volgende keer eerder een lampje gaat branden. Vervolgens is ze zelfs naar een andere school gegaan om niet meer in contact te komen met haar “vrienden.”’

Behoefte aan een uitlaadklep
Iris werd zich er op een gegeven moment van bewust dat haar vrienden geen goede partij waren, ze zocht professionele hulp en ging naar een andere school. Ook zit ze nu op kickboksen en jeugdtoneel. Karien: ‘Beide dingen geven zelfvertrouwen, maken haar weerbaar. En zowel in boksen als in toneelspelen kan ze ontzettend veel energie kwijt. Pubers - zeker de pubers die op zoek zijn naar spanning -?hebben gewoon een uitlaatklep nodig. Naast de leuke dingen die ze nu doet, hebben we duidelijke afspraken gemaakt. Zo komen er geen mensen die wij niet kennen bij ons thuis als wij er niet zijn, laat ze altijd weten waar ze is en heeft ze continu haar mobiel opgeladen en aan. Op dit moment gaat het al een tijdje goed en daardoor mag ze steeds meer. Ook proberen we steeds te blijven praten. Ik denk dat wanneer de tegenstellingen te hoog oplopen en de kloof tussen ouders en kind te groot wordt, een kind als een gek naar zijn vrienden vliegt. Dan weet je helemaal niet meer wat er gebeurt.’
Maar niet iedereen heeft het inzicht en vooral de kracht om hulp te zoeken wanneer het misloopt. Zo voelt Sterre (14) volgens haar moeder Inge absoluut dat de vriendschap met haar vriendinnetje niet gelijkwaardig is, maar heeft ze de kracht nog niet om er iets aan te veranderen. Wat doe je in zo’n geval?

Zelf ontdekken
Het contact verbieden werkt niet, dat resulteert in stiekem gedoe. Kinder-psycholoog Tamar de Vos adviseert in gesprek te gaan met het kind. ‘Geef aan graag te willen weten waar je kind is en wat het doet met zijn vrienden. Doe dat op een niet-beschuldigende manier en noem je zorgen in plaats van verwijten te maken. En laat de vrienden bij je thuis komen. Daarmee geef je aan dat je je kind vertrouwt in zijn vriendenkeuze en is er tegelijkertijd beter zicht op de vriendschap. Probeer ook te ontdekken waarom deze vrienden belangrijk zijn voor het kind. Maar vertel ze nooit met wie ze wel en met wie ze niet om mogen gaan, geef ze daarin de ruimte. Het is immers leerzaam zelf te ontdekken wie oké is en wie niet. Overigens mag ongewenst gedrag - van het kind of van vrienden - natuurlijk wel afgekeurd en veroordeeld worden.’
Dat vindt Inge ook, al probeert zij zich voornamelijk te richten op het gedrag van Sterre en niet op dat van Willemijn. ‘Wij proberen Sterre bewust te maken van haar gedrag en wijzen haar daar regelmatig op. Het gedrag van Willemijn is toch de verantwoordelijkheid van haar ouders. Al vind ik wel dat wanneer het de spuigaten uitloopt, je de ouders van de vriend of vriendin best mag inlichten.’ Polderman van Basic Trust is het daarmee eens. ‘Als je het gevoel hebt dat er achter jouw rug om te veel gebeurt wat niet door de beugel kan, dan raad ik aan twijfels en zorgen te delen met de ouders van de “foute” vriend. Maar luister vooral naar je eigen kind, zorg dat hij zich gehoord voelt en kaart niet bij ieder gezellig gesprek direct weer de vervelende dingen aan. Soms moet het gewoon gezellig zijn, ook al kan dat met een puber een hele opgave zijn. Bovendien vinden de meeste pubers het stiekem fijn als ouders hen helpen en adviseren.’
Inge meent ook dat ouders hun pubers moeten helpen wanneer ze met verkeerde vrienden omgaan. ‘Kijk niet doelloos toe hoe je kind eraan onderdoor gaat. Een kind is geen volwassene. Een kind moet weerbaar worden en dat kan het niet alleen.’

Signalen
- Vrienden komen nooit bij het kind thuis, zelfs niet om hem of haar op te halen.
- Een kind praat niet over de vrienden en de activiteiten die ze samen ondernemen.
- Een ouder heeft geen idee waar zijn kind is wanneer hij/zij vrienden opzoekt.

Foute vrienden. Wat dan?
- Verbieden werkt averechts
- Probeer in gesprek te komen met het kind over de vrienden en toon interesse
- Vraag zonder een oordeel te geven wat het kind zelf van de vrienden vindt (veel kinderen vinden het gedrag van de vrienden helemaal niet zo leuk)
- Soms kunnen, door contact met andere leeftijdgenoten (sport, club et cetera), de verkeerde vrienden naar de achtergrond raken
- Leer kinderen hoe ze zich kunnen redden uit situaties waarin ze eigenlijk niet willen verkeren
- Maak duidelijk wat ongewenst gedrag is. Dit geldt voor het gedrag van de vrienden, maar zeker ook voor gedrag van het eigen kind.

maandag 5 oktober 2009

Wachtlijst


De Alles Kits Counselling praktijk heeft een wachtlijst van ongeveer 2 maanden!!

Vorige week maandag is er een groepje KIES begonnen, met kinderen die op de wachtlijst stonden.
Voor meer informatie:

06 48790245

donderdag 1 oktober 2009

Een scheiding met kinderen op de basisschool


"Hoe ga ik om met mijn schoolgaande kinderen?"


Vaak heeft een scheiding effect op de schoolprestaties van kinderen, omdat ze in deze periode kwetsbaar en verdrietig zijn. Het is dan ook logisch dat ze moeite hebben om zich te concentreren op school.
De aard van de problemen en hoe lang deze aanhouden, verschillen per kind. Het ene kind is sneller van slag, huilt meer of trekt zich meer terug. Sommige kinderen maken meer ruzie en vertonen agressief gedrag tegen hun ouders en andere familieleden. Ook kunnen ze druk en onrustig overkomen.
Het kan pijnlijk voor je zijn als je deze gedragingen bemerkt bij je kind. Sterker nog, je kunt het idee krijgen dat je als ouder (nog meer) tekort schiet.

Niet iedere gedragsverandering van je kind komt door de scheiding
Houd er rekening mee dat een verandering in gedrag bij je kind niet altijd toe te schrijven is aan je scheiding. Het kan ook gewoon liggen aan de ontwikkelingsfase waar je kind doorheen gaat.
SEP geeft je een aantal tips om het je kind makkelijker te maken op school.
Betrek de juf of meester erbij
Veel kinderen ervaren school als een veilige plek tijdens en na een scheiding. Het is een plek waar geen spanningen zijn en waar ze even tot rust kunnen komen. Daarom is het goed om de leerkracht van je kind op de hoogte te brengen van je scheiding. Hij of zij kan dan opletten of het goed gaat met je kind. Ook kan de leerkracht jonge kinderen in het kringgesprek hun verhaal laten doen als ze daar behoefte aan hebben.
Probeer wel te voorkomen dat je kind gedwongen wordt om over de scheiding te praten. Ook kinderen kunnen dit ervaren als een inbreuk op hun privacy.
Om misverstanden of pijnlijke situaties te voorkomen, kun je de leerkracht laten weten wanneer jij of je ex partner jullie kind van school ophaalt.

TIPS voor (jonge) naar schoolgaande kinderen:
Vertel je kinderen 's morgens welke ouder ze uit school komt halen. Zeker als de omgangsregeling nieuw voor ze is, geeft dit duidelijkheid.
Stop een schema in hun tas over wie ophaalt en wegbrengt. Als ze vergeten zijn welke ouder die dag ophaalt, kunnen ze op het schema even "spieken" en weten ze waar ze aan toe zijn.
Zorg dat er één moment per dag is dat je even rustig met ze kan zitten. Vraag ze wat ze op school hebben gedaan. Of met wie ze die dag hebben gespeeld. Hierdoor weten ze dat als hen iets dwars zit, er een moment is dat ze ook hun ei kwijt kunnen. Het avondeten leent zich hier prima voor. Vermijd dan ook zoveel mogelijk voor de tv eten, hoe verleidelijk en leuk het af en toe ook kan zijn.
Soms praten kinderen makkelijker met opa of oma. Betrek ze daarom bij je scheiding. Vooral tijdens de scheiding zelf willen kinderen hun bezorgdheid en angsten niet altijd met hun ouders delen. Ze zijn dan bang dat je boos wordt of dat ze je verdriet doen.