dinsdag 28 april 2009

Cijfers & zo

In het eerste jaar na de scheiding ziet 60% van de vaders de kinderen meer dan 1x per week - iets minder dan 25% ziet de kinderen minder dan 1x per week - 14% van de gescheiden vaders ziet zijn kinderen niet - 25% van alle bij echtscheidingskinderen hebben geen contact meer met de niet-verzorgende ouder - 12% van de opa's en oma's ziet kleinkinderen na de scheiding nooit meer - bij 12 tot 18% van de echtscheidingsgezinnen moet de rechter een omgangsregeling vaststellen - elk jaar verliezen 11.000 kinderen het contact met één van de ouders na een echtscheiding - op dit moment mogen circa 300.000 kinderen na een scheiding een van hun ouders niet meer zien.

Woonsituatie bij één van de ouders

Verreweg de meeste kinderen hebben na de scheiding hun vaste woonplek bij één van de ouders. De cijfers uit het rapport van Spruijt vermelden dat ca. 85% van de kinderen bij hun moeder blijft en ca. 10% bij hun vader. Wanneer het kind of de kinderen bij één van de ouders woont, is er sprake van een omgangsregeling met de niet-verzorgende ouder. In het ouderschapsplan kunnen ouders zorgvuldig beslissingen nemen door rekening te houden met de leeftijd en behoeften van het kind, deze kunnen worden gemaakt op basis van de realistische mogelijkheden van elke ouder om voor het kind te zorgen en de voorgeschiedenis van het gezin. Wij maken ook wel onderscheid in een 'traditionelere' en een 'uitgebreide' omgangsregeling. De eerste houdt in dat de kinderen om het weekend en een deel van de vakanties bij de niet-verzorgende ouder verblijven. Bij een uitgebreide omgangsregeling is er vaker contact en op een meer flexibele wijze

Bron: Mediatorscollectief

Geen opmerkingen: